Neurologie voor verpleegkundigen

Neurologie voor verpleegkundigen is hét neurologieleerboek voor verpleegkundigen in opleiding op de kwalificatieniveaus 4 en 5. Het geeft een helder overzicht van het verpleegkundig proces, de ziektebeelden, de anatomie en de fysiologie. De theorie wordt regelmatig afgewisseld met casussen uit de praktijk.

In deze nieuwe twaalfde druk komen alle facetten van de neurologische verpleegkunde aan de orde. De tekst is aangepast aan de laatste inzichten, richtlijnen en onderzoeksresultaten. Bovendien is het leerboek uitgebreid met online materiaal, een samenvatting van elk hoofdstuk en antwoorden op de opdrachten.

Het boek bestaat uit drie delen. Deel I besteedt aandacht aan de verschillende fasen van het verpleegkundig proces. In deel II volgt een beschrijving van de belangrijkste neurologische ziektebeelden en deel III bevat een samenvatting van de stof op het gebied van de anatomie en de fysiologie.

Neurologie voor verpleegkundigen biedt alle informatie die nodig is om voldoende neurologische vakbekwaamheid op te doen als (basis)verpleegkundige of als neuro-verpleegkundige. Sinds het verschijnen van de eerste druk in 1979 neemt dit leerboek een prominente plaats in binnen het onderwijs aan aankomende verpleegkundigen.

Op www.vangorcumstudie.nl vind je gratis aanvullend materiaal van de auteur. Maak een gratis account aan, voeg de titel gratis aan dit account toe en je hebt toegang tot:

1. De uitwerking van de in het boek opgevoerde casussen

2. Veel gebruikte observatieschalen en scorelijsten uit de klinimetrie

3. De literatuurlijsten per hoofdstuk

4. Van ieder hoofdstuk een samenvatting

5. Verdiepende informatie

Voorwoord
Lijst van gebruikte afkortingen
Inleiding

Hoofdstuk 1 De verpleegkundige anamnese
1.1 Algemene opmerkingen over de anamnese
1.2 De anamnese van de huidige klachten
1.3 De verdere anamnese
1.3.1 De systematische (neurologische) anamnese .
1.3.2 De tractusanamnese 
1.3.3 De familieanamnese 
1.3.4 De psychosociale anamnese
1.3.5 De heteroanamnese 
1.4 Een andere structuur: de functionele gezondheidspatronen
1.5 Vastlegging van gegevens: het verpleegkundig dossier

Hoofdstuk 2 Het verpleegkundig onderzoek.
2.1 Verpleegkundige onderzoeksmethoden 
2.2 Klinimetrie 
2.3 Neurologische verschijnselen 
2.3.1 Hogere cerebrale functies
2.3.2 Stoornissen in het gedrag en persoonlijkheidsveranderingen 
2.3.3 De hersenzenuwen 
2.3.4 De beweging
2.3.5 Het gevoel 
2.3.6 Pseudoneurologische verschijnselen

Hoofdstuk 3 Technisch-neurologisch onderzoek.
3.1 Liquoronderzoek
3.2 Onderzoek van elektrische verschijnselen
3.2.1 Elektro-encefalografisch onderzoek (EEG)
3.2.2 Onderzoek naar ‘evoked potentials’ 
3.2.3 Elektromyografisch onderzoek (EMG)
3.3 Onderzoek naar de structuur van het zenuwstelsel 
3.3.1 Röntgenonderzoek van de schedel 
3.3.2 Röntgenonderzoek van de wervelkolom 
3.3.3 CT-scan 
3.3.4 Cerebrale angiografie
3.4 Onderzoek met isotopen 
3.4.1 Isotopenonderzoek van het functioneren van de hersenen (SPECT)
3.4.2 Isotopenonderzoek van de hersenstofwisseling (PET-scanning) 
3.4.3 Isotopenonderzoek van de liquorruimte (scinticisternografie) 
3.5 Onderzoekingen met ultrageluid
3.5.1 Echo-onderzoek
3.5.2 Doppleronderzoek 
3.5.3 Duplexonderzoek
3.6 Onderzoek van magnetische eigenschappen, MRI-scan 

Hoofdstuk 4 De verpleegkundige diagnose 
4.1 De diagnose: een gezondheidsprobleem 
4.2 De vaste structuur
4.2.1 Gezondheidsprobleem (P)
4.2.2 Gerelateerde factoren (E) 
4.2.3 De bevindingen van de verpleegkundige en de ervaringen van de patiënt (S) 
4.3 Standaardterminologie 
4.4 Het stellen van de diagnose
4.4.1 Informatie verzamelen 
4.4.2 Aanwijzingen zoeken 
4.4.3 Clusteren van de aanwijzingen. 
4.4.4 Hypotheses vormen
4.4.5 Hypotheses toetsen 
4.4.6 Toekennen van de diagnose

Hoofdstuk 5 Verpleegkundig handelen
5.1 De prognose
5.1.1 Variabelen van de prognose
5.1.2 Gebieden van de prognose
5.1.3 Richting van de prognose
5.2 Het beoogde resultaat 
5.3 De verpleegkundige tussenkomst 
5.3.1 Aard van de verpleegkundige tussenkomst 
5.3.2 Interventie 
5.3.3 Verrichting
5.3.4 Bekwaamheid 
5.3.5 Handelingen, interventies en verrichtingen uitvoeren
5.5 Bijzondere verpleegkundige tussenkomst 
5.5.1 Neurorevalidatie 
5.5.2 Medische beslissingen en handelingen rondom het levenseinde