PROTOCOL ERWD MBO
Studentenkorting
Beschrijving
De Nederlandse Vereniging tot Ontwikkeling van het Reken-Wiskunde Onderwijs (NVORWO) heeft het initiatief genomen om het onderwerp ernstige rekenwiskunde-problemen en dyscalculie op de onderwijsagenda te zetten en stappen te ondernemen om te komen tot landelijke eenduidigheid. In 2011 verscheen het landelijk protocol voor leerlingen van 4 tot 12 jaar met (Ernstige) RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie (Protocol ERWD1). Dit richt zich op het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs.
Het ministerie van OCW heeft in 2010 NVORWO de opdracht verstrekt het Protocol voor het middelbaar beroepsonderwijs te ontwikkelen (Protocol ERWD3). Dit protocol is van groot belang nu centrale rekenexamens 2F en 3F in het mbo ingevoerd gaan worden. Rekenen staat duidelijk op de kaart. Het onderwijs zal alle zeilen moeten bijzetten om ook de rekenzwakke student en de student met ernstige rekenproblemen tot het gewenste referentieniveau te brengen.
Het doel van rekenonderwijs is functionele gecijferdheid, afgestemd op de mogelijkheden van iedere individuele student. Dat reikt verder dan het behalen van een rekenexamen. Het gaat daarbij om adequaat handelen in functionele, dagelijkse situaties. Het Protocol ERWD3 geeft aanwijzingen om dit doel te bereiken, met name wanneer de rekenontwikkeling van een student niet optimaal verloopt.
Het Protocol ERWD3 beoogt een leidraad te zijn voor het ontwikkelen van rekenbeleid en het geven van goed rekenonderwijs. Goed rekenonderwijs staat of valt met de professionaliteit van docenten en leidt tot begeleiding van studenten die aansluit bij hun onderwijsbehoeften. Dit protocol is geschreven voor allen die zich, direct of indirect, bezighouden met het rekenonderwijs in en om de mbo-instellingen.
Inhoud
Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie MBO
Voorwoord
De kern van de zaak
Leeswijzer
Samenvatting
Deel 1 Visie en organisatie
Hoofdstuk 1 Aandacht voor leren rekenen
1.1 Waarom aandacht voor rekenen in het mbo?
1.2 Waarom is er een Protocol ERWD3?
1.3 Wie gaan werken met dit protocol?
Hoofdstuk 2 Visie en uitgangspunten
2.1 Visie op leren rekenen en rekenproblemen
2.2 Functionele gecijferdheid
2.3 Uitgangspunten van dit protocol
Hoofdstuk 3 Rekenbeleid
3.1 Omgaan met onvoldoende rekenprestaties
3.2 Functionaliteit van het rekenonderwijs
3.3 Scenario’s op basis van de Drieslag Functioneel Rekenen
3.4 Organisatie
3.5 Deskundigheid
3.6 Samenwerking
3.7 Informatievoorziening
3.8 Ten slotte
Hoofdstuk 4 Checklist rekenen
4.1 Rekenbeleid
4.2 Inhoud van het rekenonderwijs
4.3 Inrichting van het rekenonderwijs
4.4 Bekwaamheid rekenen en rekendidactiek
4.5 Documentaire informatievoorziening over rekenen
4.6 Communicatie bij (ernstige) rekenproblemen en/of dyscalculie
4.7 Plaatsing van studenten bij binnenkomst in het eerste cursusjaar
4.8 Signalering van (ernstige) rekenproblemen
4.9 Begeleiding bij (ernstige) rekenproblemen en dyscalculie
4.10 Begeleiding in categorie 1
4.11 Begeleiding in categorie 2
4.12 Begeleiding in categorie 3
4.13 Traject ’psychodiagnostisch onderzoek’
4.14 Communicatie over aanwezigheid van een dyscalculieverklaring
Deel 2 Rekenen
Hoofdstuk 5 Rekenen in het mbo
5.1 Vier Hoofdlijnen bij leren rekenen
5.2 Hoofdlijn 1: verder ontwikkelen van begripsvorming
5.3 Hoofdlijn 2: verder ontwikkelen en consolideren van oplossingsprocedures
5.4 Hoofdlijn 3: vlot rekenen en onderhouden
5.5 Hoofdlijn 4: flexibel toepassen en verdiepen
5.6 De vier Hoofdlijnen bij rekenen in het mbo
5.7 Inzet van IT bij het rekenonderwijs
Hoofdstuk 6 Hoofdlijn 1: verder ontwikkelen van begripsvorming 90
6.1 Begripsvorming
6.2 Verlenen van betekenis aan rekenhandelingen
6.3 Ontwikkelen van rekenconcepten
6.4 Ontwikkelen van rekentaal
6.5 Samenhang bij begripsvorming als geheel
6.6 Signalering bij begripsvorming
6.7 Begeleiding bij begripsvorming
Hoofdstuk 7 Hoofdlijn 2: verder ontwikkelen en consolideren van oplossingsprocedures
7.1 Oplossingsprocedures
7.2 Basisbewerkingen
7.3 Complexere bewerkingen
7.4 Hoofdrekenen en rekenen op papier
7.5 Schatten en precies rekenen
7.6 Werken met de rekenmachine
7.7 Signalering bij oplossingsprocedures
7.8 Begeleiding bij het verder ontwikkelen van oplossingsprocedures
Hoofdstuk 8 Hoofdlijn 3: vlot rekenen en onderhouden
8.1 Oefenen
8.2 Automatiseren en memoriseren
8.3 Vlot rekenen: onderhouden en consolideren
8.4 Signalering bij vlot (leren) rekenen
8.5 Begeleiding bij vlot (leren) rekenen
Hoofdstuk 9 Hoofdlijn 4: flexibel toepassen en verdiepen
9.1 Flexibel toepassen
9.2 Flexibiliseren en verdiepen van rekenkennis en rekenvaardigheden
9.3 Strategisch denken en handelen
9.4 Signalering bij flexibel toepassen
9.5 Begeleiding bij flexibel toepassen en verdiepen
Deel 3 Afstemmen
Hoofdstuk 10 Het Handelingsmodel
10.1 De handelingstheorie
10.2 Het Handelingsmodel
10.3 Schakelen tussen handelingsniveaus
10.4 Verwoorden/communiceren en mentaal handelen
10.5 De betekenis van het Handelingsmodel voor rekenen
10.6 Het Handelingsmodel als model voor observatie (in de groep)
10.7 Het Handelingsmodel als model voor afstemming van de didactiek
10.8 Het Handelingsmodel als model voor begeleiding
Hoofdstuk 11 Het Drieslagmodel
11.1 Het Drieslagmodel als model voor probleemoplossend handelen
11.2 Het Drieslagmodel als didactisch model
11.3 Het Drieslagmodel als model voor observatie en interventie
11.4 Wat betekent het Drieslagmodel voor rekenproblemen?
Hoofdstuk 12 Samenhang en afstemming tussen beide modellen
12.1 Samenhang
12.2 Studentkenmerken en de samenhang met beide modellen
12.3 De samenhang in beeld
12.4 Reflectie en onthouden
Hoofdstuk 13 Aandachtspunten voor het signaleren van rekenproblemen
13.1 Signaleringspunten bij de vier Hoofdlijnen
13.2 Aandachtspunten ten aanzien van het leerproces van de student
13.3 Aandachtspunten voor reflectie door de docent
Deel 4 Begeleiding
Hoofdstuk 14 Begeleiding en ondersteuning bij rekenonderwijs
14.1 Rekengeschiedenis van de student bij overgang vo-mbo
14.2 Continuïteit in begeleiding van vo naar mbo
14.3 Begeleiding in het mbo
14.4 Rollen, taken en deskundigheden
14.5 De student
14.6 Vastleggen van vorderingen en evaluatie
Hoofdstuk 15 Begeleidingscategorie 1
15.1 Verschillen binnen het mbo
15.2 De studenten in begeleidingscategorie 1
15.3 Hanteren van doelen
15.4 Opzet van een rekenles
15.5 Instructievormen
15.6 Oefenen
15.7 Reflectie
15.8 Evaluatie
Hoofdstuk 16 Begeleidingscategorie 2
16.1 De studenten in begeleidingscategorie 2
16.2 Afstemming
16.3 Resultaat van een diagnostisch rekenonderzoek
16.4 Doelen op lange en op korte termijn
16.5 Leerstofinhoud
16.6 Leeractiviteiten
16.7 Uitvoering (planning en organisatie)
16.8 Evaluatie van het individuele handelingsplan
16.9 Vervolgstappen na de begeleiding in categorie 2
Hoofdstuk 17 Begeleidingscategorie 3
17.1 De studenten in begeleidingscategorie 3
17.2 Het belang van psychodiagnostisch onderzoek
17.3 Adviezen vanuit het psychodiagnostisch onderzoek
17.4 Het individuele handelingsplan
17.5 Evaluatie van begeleidingscategorie 3
17.6 Vervolgactiviteiten
Deel 5 Onderzoek
Hoofdstuk 18 Diagnostiek in begeleidingscategorie 2 (diagnostisch rekenonderzoek)
18.1 Welke student komt in aanmerking?
18.2 Het rekenonderzoek
18.3 Kenmerken van de diagnostiek bij het rekenonderzoek
18.4 Doel van het rekenonderzoek en de onderzoeksvraag
18.5 Inhoud van het rekenonderzoek
18.6 Pedagogische aspecten van een diagnostisch gesprek
18.7 Didactische aspecten van een diagnostisch gesprek
18.8 Opbrengst van het rekenonderzoek
18.9 Vervolgactiviteiten
Hoofdstuk 19 Diagnostiek in begeleidingscategorie 3 (psychodiagnostisch onderzoek)
19.1 Welke student komt in aanmerking?
19.2 Een psychodiagnostisch onderzoek
19.3 Opbrengsten van het psychodiagnostisch onderzoek
19.4 Vervolgactiviteiten
19.5 Studenten met een dyscalculieverklaring bij binnenkomst in het mbo
Bijlagen
A Achtergronden van leren rekenen en rekenproblemen
Literatuur